Parkeren in het Brussels Gewest anno 2018

Mobiliteit in volle ontwikkeling

Volgens het BISA, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse, is het autogebruik door de Brusselaars sinds 2000 gedaald. Over een periode van twaalf jaar is het aantal personenwagens dat in de hoofdstad werd ingeschreven nauwelijks gestegen, van 486.757 in 2005 tot 493.123 in 2017 (+1,30%) terwijl de Brusselse bevolking in diezelfde periode is gegroeid met bijna 192.000 personen, van 1.006.749 tot 1.198.726 inwoners (+19,06% op 10 juli 2018).

Met 55 personenwagens per honderd huishoudens voor de periode 2012-2016 telt Brussel minder wagens dan de andere twee gewesten van ons land (87% in Vlaanderen en 85% in Wallonië). Bovendien is dit cijfer sterk gedaald ten opzichte van de periode 1999-2004, toen het respectievelijk 75% bedroeg voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 91% voor het Vlaams Gewest en 84% voor het Waals Gewest. Er zijn dus steeds meer Brusselaars die ervoor kiezen om zelf nog een wagen te bezitten, wat wellicht ook blijkt uit de duidelijke daling van het aantal met succes afgelegde praktijkexamens voor het rijbewijs in 2017 ten opzichte van 2000: 8.858 tegenover 11.329 (-21,81%).

De bevolkingsgroei is echter niet de enige reden waarom de druk van het autoverkeer blijft in de hoofdstad. Mobiliteit is immers geen zaak van enkel de Brusselaars in het Brussels Gewest: Brussel is een belangrijk werkgelegenheidsbekken waar volgens het BISA (2018) dagelijks 356.000 pendelaars werken. In 2018 werkten er in totaal 733.000 personen in Brussel (cijfers van het BISA), van wie 37,6% met de auto naar het werk kwam, zoals blijkt uit een enquête van de federale overheidsdienst Mobiliteit voor het jaar 2017. Dit percentage is weliswaar duidelijk afgenomen ten opzichte van 2005 (47,6%), maar die evolutie is niet merkbaar, omdat het totale aantal banen in de hoofdstad in dezelfde periode is gestegen (volgens het BISA ging het in 2005 om 671.000 banen, of een toename met 9,23%).

Bovendien blijkt uit de Beldam-studie (2010), waarnaar het Kenniscentrum van de Mobiliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verwijst, dat 33,4% van de verplaatsingen in de hoofdstad op een gemiddelde dag bestaat uit bewegingen van aankomen in of vertrekken uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dezelfde studie geeft overigens ook nog aan dat 63,7% van de verplaatsingen naar of uit het gewest wordt afgelegd met de auto, als bestuurder of als passagier, tegenover 32% van de intraregionale verplaatsingen.

 

 

Terwijl de gewoonten op het vlak van mobiliteit dus sterk evolueren in Brussel, zijn er geen verbeteringen wat betreft de doorstroming van het autoverkeer en de parkeerproblematiek, die grote uitdagingen blijven actueel voor alle mobiliteitsactoren in de hoofdstad.

Straatparkeren

Een stelselmatige monitoring van het aantal parkeerplaatsen langs de openbare weg is essentieel in het kader van een coherent mobiliteitsbeleid. Zo probeert het Observatorium van parking.brussels waar alle statistische gegevens over parkeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden verzameld, bijgewerkt en toegankelijk worden gemaakt voor het publiek. Naar de woordenlijst CLOSE Parkeerobservatorium , dat deel uitmaakt van parking.brussels, deze gegevens permanent bij te werken, maar dat is geen gemakkelijke opdracht. De 19 Brusselse gemeenten zijn wettelijk gehouden het Parkeeragentschap op de hoogte te brengen van elke geplande schrapping van parkeerplaatsen langs de openbare weg op hun grondgebied, maar blijkbaar schikken niet alle gemeenten zich stelselmatig naar deze verplichting. Het Parkeerobservatorium probeert dus het aantal informatiebronnen uit te breiden om een zo nauwkeurig mogelijke raming te verkrijgen van de evolutie van het aantal parkeerplaatsen (gerichte metingen, gelokaliseerde studies, foto-interpretatie enzovoort).

Op 31 december 2018 werd het aantal parkeerplaatsen langs de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geraamd op 263.000 eenheden, wat neerkomt op één plaats voor 4,5 inwoners. Als we dit aantal aanvullen met ca. 45.000 plaatsen voor garage-ingangen of daarmee gelijkgestelde toegangen tellen we één parkeerplaats voor 3,8 Brusselaars.

Volgens de ramingen van het Parkeerobservatorium op dezelfde datum werden aldus 1.387 parkeerplaatsen geschrapt in de 19 gemeenten tijdens de voorgaande twee jaar (2017 en 2018).


 Al deze cijfers rechtvaardigen het voluntaristisch parkeerbeleid van het Brussels Gewest 


Bovendien blijkt uit onderstaande tabel dat er in de gemeenten waarvan parking.brussels toen de vrijstellingskaarten beheerde, i.e. Anderlecht, Berchem, Vorst, Ganshoren, Jette en Molenbeek, gemiddeld 1,85 vrijstellingskaarten werden afgeleverd per gereglementeerde parkeerplaats, zonder rekening te houden met de zogenaamde "gewestelijke" vrijstellingskaarten die worden afgegeven aan beroepsmensen die spoedeisende interventies moeten uitvoeren.

Bron: Parkeerobservatorium, juni 2019

We benadrukken echter opnieuw dat deze cijfers moeten worden geïnterpreteerd met de bovenvermelde elementen van voorbehoud, daar er nog ruimte is voor verbetering wat betreft - inzonderheid - de mededeling van de gegevens door de gemeenten.

Dit neemt echter niet weg dat al deze cijfers natuurlijk het voluntaristisch beleid rechtvaardigen dat het Brussels Gewest in dit domein voert. Dit beleid houdt in dat er gereglementeerde parkeerzones en betaalparkings worden ingericht om enerzijds voorrang te geven aan de bewoners van een welbepaalde zone en anderzijds de rotatie van de voertuigen in de handelswijken te stimuleren. Met een besluit van 2013 wil het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het aantal niet-gereglementeerde en niet-voorbehouden parkeerplaatsen langs de openbare weg met 16% verminderen in vergelijking met een telling die dateert van 2004 en 2005. Dit besluit heeft ook tot doel het aantal fysiek geschrapte parkeerplaatsen te compenseren met parkeerplaatsen buiten de openbare weg.

Parkeren buiten de openbare weg

Algemeen wordt het aantal parkeerplaatsen buiten de openbare weg in het Brussels Gewest op 500.000 geraamd. Dit aantal omvat de 25.239 parkeerplaatsen op openbare parkings die werden geteld op 31 december 2018 evenals de 1.511 plaatsen op Park & Ride-parkings; deze laatste liggen aan de rand van het gewest, zijn verbonden met een (metro)station en bieden aan pendelaars de kans hun wagen achter te laten aan de rand van Brussel en verder te reizen met het openbaar vervoer. Dit aanbod aan parkeerplaatsen wordt aangevuld met ca. 250.000 plaatsen in privégarages en 223.000 plaatsen voor kantoren, handelszaken, scholen en bedrijven.

Het fietsgebruik zit in de lift

Volgens het BISA is er een sterke toename van het gebruik van de fiets als hoofdvervoermiddel in het kader van het woon-werkverkeer in het Brussels Gewest; het aantal gebruikers is meer dan verdubbeld tussen 2005 en 2014, i.e. van 1,2 tot 3% van de werknemers in ondernemingen met meer dan honderd personen. Hoewel dit de recentste gegevens zijn waarover het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse beschikt, lijken ze eind 2018 alweer helemaal voorbijgestreefd.

Volgens het Fietsobservatorium, dat de vzw Pro Velo beheert voor rekening van het Brussels Gewest, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse groei van het fietsgebruik, zoals aangetoond door tellingen op een aantal strategische punten, 13% sinds 2010, al verschilt die groei wel van jaar tot jaar. Zo bedroeg deze groei + 15,7% tussen 2017 en 2018, terwijl hij lichtjes negatief was tussen 2017 en 2018 (-0,8%) na een buitengewone toename met 30% tussen 2015 (jaar van de aanslagen in Brussel) en 2016. Hoewel het precieze aantal fietsers niet gekend is, zou dit volgens de tellingen van Pro Velo fors toegenomen zijn: ca. 34.000 in 2018 tegenover 29.000 in 2017 (afgeronde getallen).

 

Fietsparkeren

In het najaar van 2018 maakte Pro Velo een evaluatie van de gemiddelde bezettingsgraad van de fietsparkings in de buurt van metrostations; het resultaat bedroeg 43%, maar volgens de criteria van Leefmilieu Brussel mag ervan worden uitgegaan dat vijf van deze parkings verzadigd zijn (bezettingsgraad van meer dan 80%). Het gaat om de parkings Gribaumont, Noordstation, Kraainem, Graaf van Vlaanderen en Centraal Station. Pro Velo beveelt daarom de uitbreiding van deze parkings aan en onderstreept dat tien andere stations een gemiddelde bezettingsgraad hebben van meer dan 60%.

De gemeentelijke en gewestelijke overheden moeten immers steeds meer rekening houden met de behoefte naar fietsparkings en de voornoemde overheden nemen op dit vlak steeds meer initiatieven. Op 31 december 2018 telde men 322 fietsboxen op het gewestelijk grondgebied (of 1.562 beveiligde parkeerplaatsen) en in de loop van 2018 werden 29 daarvan, die parking.brussels bestelde via zijn aankoopcentrale, geplaatst door de partner van het Agentschap, de vzw Cyclo. Er werden ook twee fietsparkings ingericht in beveiligde lokalen, het ene in Elsene voor 22 fietsen en 2 cargofietsen en het andere in Vorst voor 14 fietsen.

 

 

> Steeds intelligenter parkeren

> Het Gewest, de gemeenten en de gebruikers

> De werking

> De rekeningen van parking.brussels